De Rookvrije organisatie: waar staan we?
In december 2019 konden bedrijfsartsen laten weten hoe het gaat met de aandacht voor roken, voor het project Rookvrije Organisatie uit het Nationaal Preventie Akkoord. Lukt het om het geregeld aan te kaarten met werknemers en werkgevers? Hoe hoog staat het op de agenda en wat is de ervaring met rookvrije organisaties? De samenstelling van de respondentengroep is representatief. Bij de plannen voor het project Rookvrije Organisatie houden we rekening met deze resultaten. Lees hieronder de resultaten in vogelvlucht.
Individuele hulp meest effectief
Een kwart van de betrokken bedrijfsartsen vindt al ruimte om het over roken te hebben. Het overgrote deel van de respondenten, ruim 90%, heeft persoonlijk contact met de klantorganisatie en veel organisaties willen rookvrij worden. Dit wordt vooral gemeld door bedrijfsartsen met tussen de twee en de tien klantorganisaties. De helft van alle respondenten zegt dat hun organisatie actief stoppen met roken hulp heeft aangeboden. Dit gebeurt vooral door anderen dan de bedrijfsarts en meestal in collectieve vorm. Individuele hulp wordt door de respondenten echter als meest effectief beschouwd, eventueel aangevuld met collectieve hulp en/of conditionele hulp, zoals de omgeving rookvrij maken of stoppen met roken belonen.
Hindernissen
Respondenten geven aan weinig heil te zien in het aankaarten van stoppen met roken in ieder contact. Door bijvoorbeeld tijdgebrek of het feit dat anderen in de organisatie zich met dit vraagstuk bezig houden. Andere belemmerende factoren zijn het eerst willen vergroten van eigen kennis en vaardigheden, motivatie en weerstand bij werknemers en werkgevers.
Bruggen
De noodzaak tot actie wordt wel erkend. Daarvoor geven respondenten aan meer informatie te willen hebben. Over verwijs- en financieringsmogelijkheden, een bewezen aanpak rookvrij worden, de gevolgen van roken en de relatie met beroepslongaandoeningen. Op sommige onderwerpen wordt ook training gewenst: bedrijven adviseren over rookvrij worden, de relatie met beroepslongaandoeningen en zelf uit te voeren interventies.
Bouwen
Met deze resultaten gaan we nu aan de slag. In gesprek met de klankbordgroep, in vervolginterviews en bij de invulling van de toolkit. Daarin vind je straks de harde cijfers, effectieve interventies, verwijsmogelijkheden en financieringsopties. Een eerste inventarisatie leverde hiervoor al veel materiaal op. Scholing wordt gezocht en ontwikkeld over organisaties helpen rookvrij te worden en het omgaan met weerstanden. We maken gebruik van praktijkvoorbeelden en draaiboeken. Landelijk onderzoeken we de mogelijkheid aan te sluiten bij Stoptober. Dit is onder de respondenten relatief bekend en biedt goede ingangen voor een concrete aanpak voor bedrijfsartsen om werkenden en werkgevers te helpen rookvrij te worden. Doel is om het voor bedrijfsartsen zo makkelijk mogelijk te maken om samen met werkgevers en werkenden aan de slag te gaan voor een rookvrije organisatie.