Guillain-Barré en influenza
Heb je na een griep of na griepvaccinatie een vergrote kans op het krijgen van het syndroom van Guillain-Barré?
GBS is een immuungemedieerde polyradiculopathie waarvan de oorzaak meestal niet duidelijk is. Kenmerkend zijn een (sub)acute opstijgende perifere (slappe) verlamming, sensibiliteitsstoornissen, verlammingen van hersenzenuwen en (soms) respiratoir falen dat beademing vereist. De mortaliteit is 5 tot 10%. In 20% van de gevallen zijn er neurologische restverschijnselen. De incidentie in de algemene bevolking is 1,0 – 1.7 per 100.000 per jaar. De incidentie vertoont een piek in het winterseizoen, en deze gevallen worden gewoonlijk voorafgegaan door een luchtweginfectie of influenza-achtig ziektebeeld. In ongeveer 60% is er geen duidelijke oorzaak of trigger aan te wijzen.
Onderzoek laat enig verband van GBS met influenza en influenzavaccinatie zien. Diverse vaccins kunnen GBS triggeren. Voor influenzavaccinatie werd dit voor het eerst beschreven in 1976/77. Het betrof hier het A/New Jersey H1N1 vaccin. In de periode van 6 tot 8 weken na de vaccinatie was het relatieve risico voor het optreden van GBS 4,0 tot 7,6. Onderzoek tijdens latere vaccinatiecampagnes leverden geen verhoogde RR op, of (in 1992-1994) een veel lagere 1,7 (1994).
Influenzavirussen van zowel het A- als het B-type kunnen als trigger werken. Dat lijkt vooral het geval te zijn tijdens een influenza-epidemie. Zo melden Sivadon-Tardy et al. (2009) dat 8 van 10 GBS-gevallen met serologisch aangetoonde recente influenza A-infectie tijdens het influenzaseizoen optraden. Lehmann et al. (2010) concluderen in hun literatuurreview in The Lancet “Guillain-Barré syndrome after exposure to influenza virus”: “The concerns about the risk of inducing GBS in mass immunisation programmes against H1N1 2009 do not seem justified by the available epidemiologic data. However, the experiences from the 1976 swine flu vaccination programme emphasise the importance for active and passive surveillance to monitor vaccine safety”.