FAQ overspanning & burn-out voor werkgevers
6 vragen en antwoorden
Gerelateerd: FAQ Richtlijn Psychische problemen
1. Wat kan ik als werkgever doen aan preventie van overspanning en burn-out?
Overspanning en burn-out ontstaan door een combinatie van factoren. De kern van de problematiek ligt in het verlies van grip en controle op zichzelf en de situatie. Een werknemer kan de voor hem belangrijke doelen en waarden niet (meer) realiseren. Mede daardoor kan de werknemer eisen en problemen vanuit zijn omgeving niet meer het hoofd bieden.
Het realiseren van belangrijke waarden en doelen gaat over de interactie tussen mens en omgeving. Van enkele factoren is bekend dat ze een positief effect hebben en andere factoren verhogen juist het risico op stressklachten. Kijk dus eens kritisch naar de werksituatie. Ga, eventueel met hulp van een professional, na welke factoren aanwezig zijn en hoe ze beïnvloed kunnen worden voor een positief resultaat.
Bevorderende factoren:
- steun (van leidinggevende en/of collega's);
- groeimogelijkheden;
- autonomie;
- vertrouwen;
- samenwerking;
- zelfeffectiviteit;
- realisatie van persoonlijke waarden in werk.
Risicofactoren:
- hoge inspanning in combinatie met lage beloning ('hoge inspanning': tijdsdruk, fysieke inspanning en taakinterrupties; 'lage beloning': financiële beloning, waardering, baanzekerheid en ontwikkelingsmogelijkheden);
- waarden en doelen niet kunnen realiseren;
- hoge psychologische taakeisen (tijdsdruk, werktempo, geestelijk inspannend werk);
- weinig taakautonomie;
- weinig sociale steun van collega's en/of leidinggevende;
- onrechtvaardigheid;
- hoge emotionele taakeisen.
2. Op welke (vroeg)signalen kan ik letten?
Langdurig te hoge werkdruk kan leiden tot overspanning of burn-out. Dit kan door allerlei factoren ontstaan. Het is daarom belangrijk om alert te zijn op vroegsignalen: gedragsveranderingen en overige signalen die op overbelasting kunnen wijzen. Werknemers negeren deze signalen zelf meestal en gaan door met hun werk. De meest voorkomende vroegsignalen van stress zijn:
- Plotseling verlof: een werknemer vraagt onverwacht verlof aan op zeer korte termijn of voor een langere tijd.
- Ander gedrag: het gedrag van een werknemer verandert. Iemand die normaal veel vertelt is bijvoorbeeld plotseling erg stil, of omgekeerd.
- Snel geïrriteerd zijn.
- Besluiteloosheid: een werknemer heeft meer dan voorheen moeite met beslissingen nemen.
- Vermoeidheid: vaak door slecht slapen.
- Vergeetachtigheid.
- Lagere betrokkenheid: een werknemer heeft minder interesse in collega’s en in het werk.
- (Onverklaarbare) lichamelijke klachten: zoals hoofdpijn en slapeloosheid.
3. Wie kan mij ondersteunen als ik (vroeg)signalen signaleer of als ik meer wil doen aan preventie?
Werkgevers en leidinggevenden weten vaak goed wat er speelt op de werkvloer, maar stressklachten voorkomen is zelden dagelijkse kost. Professionals als de bedrijfsarts, arbeidshygiënist, A&O-deskundige en veiligheidskundige ondersteunen en adviseren werkgevers en werknemers om tot gezonde arbeidsrelaties te komen. Zij kunnen de werkvloer bezoeken en de werkomstandigheden en -processen beoordelen. Met die inzichten kunt u betere preventieve maatregelen nemen.
4. Wat kan ik doen als een werknemer zich met overspanning- of burn-outklachten meldt?
- Neem de werknemer serieus. Onderzoek wat u en de werknemer kunnen doen om werkstress te verminderen.
- Verwijs de werknemer naar de bedrijfsarts, ook als er (nog) geen sprake is van verzuim. Voor spreekuurcontact met de bedrijfsarts is geen ziekmelding nodig.
- Blijf in gesprek met de werknemer (met inachtneming van de AVG) over wat belangrijke waarden en doelen in werk zijn, hoe het de werknemer lukt die te bereiken en wat u daaraan bij kunt dragen.
5. Waar kan een werknemer terecht met vragen over stress, overspanning en burn-out?
Werknemers die vragen hebben over hun psychische gezondheid, werkdruk of werkstress kunnen altijd bij de bedrijfsarts terecht via het open spreekuur. Ook als er geen sprake is van verzuim. Werknemers hebben recht op contact met de bedrijfsarts bij vragen over gezondheid en werk, ze hoeven daarvoor geen toestemming te vragen aan u als werkgever. Wat de werknemer met de bedrijfsarts bespreekt is strikt vertrouwelijk.
6. Wat is mijn rol bij de begeleiding van mensen terug naar werk?
Het is belangrijk dat de werkgever en werknemer beiden betrokken zijn bij de terugkeer in werk:
- Blijf in elke fase van het herstel in contact met de werknemer.
- Ga (samen) na welke bevorderende en risicofactoren in de werkomgeving aanwezig zijn en bekijk wat u kunt doen om die aan te passen (zie vraag 1).
- Vanuit de wet bent u als werkgever verantwoordelijk voor het verloop van het re-integratieproces. Zie de website van Arboportaal voor meer informatie.