Negeren van een collega is nadelig voor uw patiënt
Voorzitterscolumn: Collegiaal overleg; het kan nog beter.
Op het moment dat ik mij weer eens erger omdat ik een huisarts telefonisch niet kan bereiken over een gezamenlijke patiënt, krijg ik een twitterbericht van Medisch Contact binnen: ‘Specialist noemt als belangrijkste verbeterpunt bereikbaarheid huisarts. Huisarts noemt bereikbaarheid specialist.’ Ik ben niet de enige met dit probleem! Wist ik al wel en u ook natuurlijk, maar toch fijn om dat op zo’n moment helder bevestigd te krijgen.
De meerwaarde en noodzaak van samenwerking en intercollegiaal overleg staan niet meer ter discussie. Samen met de voorzitters van KNMG, LHV en NHG tekende ik een jaar geleden een consensusverklaring rondom arbocuratieve samenwerking. Ik licht er één zin uit: ‘Hiertoe stemmen zij waar nodig de rollen, inzichten en adviezen op elkaar af.’
Laat ik duidelijk zijn: de arbocuratieve samenwerking verloopt steeds beter. Huisarts en bedrijfsarts weten elkaar vaker te vinden. Werk als determinant van ziekte én gezondheid is vaker in beeld. Sterker nog: geen zinnig mens beweert nog dat je van werken alleen maar ziek wordt. Dat is winst en daar mogen we best even bij stilstaan. Maar ik heb meer ambitie. En ik niet alleen. Uit zowel onderzoek als praktijk blijkt dat samenwerking en bereikbaarheid verder kunnen verbeteren.
We kunnen mopperen en vingerwijzen waarom het nog niet altijd goed gaat. Je hoort het helaas nog met enige regelmaat: ‘Ze wil alleen schriftelijk reageren en niet overleggen.’ ‘Ik mag van de tuchtrechter niet met u overleggen.’ ‘Hij neemt de telefoon niet op.’ ‘Wie zegt dat die machtiging in vrije wil is afgegeven?’ ‘Ik kan niet achterhalen wie haar bedrijfsarts is.’ ‘Die huisarts praat toch alleen de patiënt maar naar de mond.’ ‘De bedrijfsarts dient alleen het belang van de werkgever.’
Het is wel erg makkelijk om ons hierachter te verschuilen. Negeren van een collega is onfatsoenlijk, onprofessioneel en nadelig voor uw patiënt voor wie overleg heel belangrijk is.
Als artsenorganisaties kunnen we nog wel wat ondernemen: een register maken waarin huisartsen de bedrijfsarts van hun patiënt kunnen vinden. Arbeid als aandachtspunt in alle richtlijnen voor huisartsen en specialisten. Arbeid en consultatie van de bedrijfsarts opnemen in de DBC-tarieven. Aansluiting van bedrijfsartsen op het landelijk schakelpunt, om maar eens een aantal zaken te noemen.
Het verbeteren van de wereld begint (vooral?) óók bij onszelf: de behandelaar informeren over het resultaat van de re-integratie-inspanningen en hoe dat uitwerkt op de gezondheid van de patiënt. Een brief binnen twee weken beantwoorden. Telefoon en e-mailgegevens ter beschikking stellen. Het (al lang geleden ontwikkelde) communicatieformulier tussen huisartsen en bedrijfsartsen integreren in het huisartsinformatiesysteem en andere systemen.
Want ik herhaal het nog maar eens: Werken is gezond! En terug aan het werk gaan, is vaak een betere therapie dan menig andere interventie.
Jurriaan Penders
Deze NVAB-voorzitterscolumn verscheen in Medisch Contact nr. 13, 26 maart 2015