Bedrijfsartsen en verzekeringsartsen: initiatief voor gezamenlijk kwaliteitsbeleid
De wetenschappelijke beroepsverenigingen van bedrijfsartsen (NVAB) en verzekeringsartsen (NVVG en GAV) hebben de handen ineen geslagen om te komen tot een gezamenlijk kwaliteitsbeleid. Om dit financieel mogelijk te maken pleiten zij voor de instelling van een fonds waaraan alle betrokken stakeholders een bijdrage leveren.
Bedrijfsartsen en verzekeringsartsen leveren een wezenlijke bijdrage aan een gezonde beroepsbevolking. Het reeds ontstane tekort aan bedrijfsartsen en verzekeringsartsen zal door vergrijzing en onvoldoende instroom in de opleiding in de komende jaren in versneld tempo toenemen. Door verdergaande flexibilisering van de arbeidsmarkt, toename van het aantal ZZP’ers en daardoor minder eenduidige verantwoordelijkheid voor de gezondheid van werkenden, dreigt de zorg voor arbeidsparticipatie en duurzame inzetbaarheid van onze beroepsbevolking te versnipperen en te verdwijnen. De medische vervolgopleiding tot bedrijfsarts wordt volledig privaat gefinancierd door arbodiensten. Bij de medische vervolgopleiding tot verzekeringsarts is UWV als grootste werkgever van verzekeringsartsen de voornaamste financier.
Bedrijfsgeneeskundige richtlijnen, verzekeringsgeneeskundige protocollen en multidisciplinaire richtlijnen met aandacht voor arbeid, gezondheid en veiligheid gebaseerd op actuele wetenschappelijk inzichten zijn een belangrijke pijler voor het kwaliteitsbeleid. De wetenschappelijke houdbaarheidsdatum van een aantal NVAB-richtlijnen en VG-protocollen zal de komende tijd overschreden worden. Daarom is een plan van aanpak gemaakt voor de herziening van NVAB-richtlijnen en VG-protocollen die, waar relevant en mogelijk, zullen worden geïntegreerd tot gemeenschappelijke nieuwe, evidence-based richtlijnen. Daarnaast is er veel arbeidsrelevante problematiek (in samenhang met medische aandoeningen, risico- en stressfactoren) waar nog geen richtlijn voor bestaat – maar die wel gewenst is. Er is in kaart gebracht voor welke onderwerpen op korte termijn nieuwe gemeenschappelijke evidence-based richtlijnen nodig zijn en er is een aanzet voor een meerjarig kwaliteitsbeleid gemaakt. Voortzetting van de specialistische inbreng van verzekeringsartsen en bedrijfsartsen in multidisciplinaire richtlijnen en standaarden is noodzakelijk om de zorg voor werkenden te verbeteren.
De belangrijkste aandachtspunten voor het meerjarig kwaliteitsbeleid van de drie beroeps-verenigingen zijn:
- opleiding en nascholing
- ontwikkeling en herziening van professionele evidence-based richtlijnen
- implementatie van richtlijnen en andere kwaliteitsinstrumenten
- kwaliteitsvisitatie
- ontwikkelen van een kennisagenda
- academisering van de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde.
De beroepsverenigingen hebben vanzelfsprekend ieder een eigen verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en uitvoeren van kwaliteitsbeleid. Daarom zullen de verenigingen veel blijven investeren, bijvoorbeeld in de vorm van het organiseren van nascholing en het vaststellen van de inhoud van de medische vervolgopleiding. Voor bedrijfsartsen is bovendien een systeem voor individuele kwaliteitsvisitatie ontwikkeld en geïmplementeerd, en de verzekeringsartsen werken aan een eigen visitatiemodel. De beroepsverenigingen ontwikkelen samen plannen om de academische inbedding van hun vakgebied in onderzoek en onderwijs te verbeteren. Met ondersteuning van kortlopende subsidies door de overheid zijn de afgelopen jaren ook belangrijke stappen gezet op het gebied van de richtlijnontwikkeling.
De beroepsverenigingen lopen echter tegen de grenzen van hun eigen financiële mogelijkheden aan. Participatie, duurzame inzetbaarheid en de gezondheid van werkenden zijn van dusdanig maatschappelijk belang dat kwaliteitsbeleid en kennisinfrastructuur meer structureel geregeld moeten worden en niet alleen via de initiatieven van deze beroepsverenigingen en sterk conjunctuurafhankelijke inspanningen van andere stakeholders.
Voor de financiering van de medische vervolgopleiding en het meerjarig kwaliteitsbeleid pleiten de beroepsverenigingen daarom voor de instelling van een fonds waaraan alle betrokken stakeholders een bijdrage leveren. De overheid kan hierbij een belangrijke rol spelen om het overkoepelend en maatschappelijk belang te benadrukken. Omdat de realisatie van een dergelijk fonds waarschijnlijk enkele jaren in beslag zal nemen, vragen de verenigingen de overheid om financieringsmogelijkheden tijdens de overbruggingsperiode. Verder vinden zij dat er een kwartiermaker nodig is om de fondsvorming te realiseren, benoemd door de overheid in samenspraak met de sector.
In onderstaande vier rapporten staan de aanbevelingen voor het meerjarig kwaliteitsbeleid verder toegelicht. Deze rapporten kwamen tot stand met subsidie van het ministerie van SZW en ZonMw.