Veelgestelde vragen
20 juli 2023
In de praktijk van de bedrijfsgezondheidszorg en in het bijzonder bij ziekteverzuimbegeleiding rijzen met enige regelmaat vragen over wat wel en wat niet geoorloofd is wanneer het gevoelige persoonsgegevens betreft. Voor de bedrijfsarts, maar ook voor de werkgever (leidinggevende en /of personeelsfunctionaris en/of andere vertegenwoordigers) is niet altijd duidelijk welke informatie wanneer mag worden uitgewisseld en met wie.
Beroepsgeheim
Als geneeskundig specialist is de bedrijfsarts gehouden aan het medisch beroepsgeheim.
De Leidraad Bedrijfsarts en Privacy beschrijft hoe om te gaan met privacygevoelige informatie in de bedrijfsgezondheidszorg en in het bijzonder met medische gegevens bij ziekteverzuimbegeleiding.
Lees meer
- Leidraad Bedrijfsarts en Privacy (herziening NVAB, OVAL 2019)
- Folder Privacy, informatie voor werknemer en werkgever
- Privacyregels voor bedrijfsartsen op een rijtje (Karien van Roessel en Marjolein Engelen in Arbo 10, 2011)
- Medisch beroepsgeheim: wat en waarom (website KNMG)
- Basisprincipes Medisch Beroepsgeheim (Rijksoverheid)
20 juli 2023
Bedrijfsarts moet (het vermoeden van) een beroepsziekte anoniem melden bij het NCvB op basis van de Arbeidsomstandighedenwet art.9 lid 3. Er staat niet in de wet dat (het vermoeden van) een beroepsziekte bij werkgever gemeld moet worden. Die informatie mag daarom niet zonder toestemming naar werkgever. Deze informatie valt onder het medisch beroepsgeheim.
Het is voor werkgever voldoende om te weten of er de klachten ‘werkgerelateerd’ zijn, m.a.w. of er een relatie is tussen de klachten/ beperkingen en het werk. Dat is voldoende voor werkgever om zaken aan te passen om de re-integratie te kunnen bevorderen en zo nodig preventieve maatregelen te nemen om gezondheidsschade bij andere werknemers te voorkomen. De bedrijfsarts zal de werkgever in een toelichting op de term werkgerelateerd steeds moeten informeren over welke factoren in het geding zijn en advies geven hoe daar een verbetering in aan te brengen. Alleen met die informatie kan de werkgever maatregelen nemen om klachten t.g.v. het werk en beroepsziekten voorkomen. Als bedrijfsarts er toch meerwaarde in ziet om de info van het vermoeden van een beroepsziekte te delen met werkgever, mag hij dat alleen met toestemming van werknemer doen.
Bij een vermoeden van beroepsziekte kan een bedrijfsarts wel aan werknemer laten weten dat er een anonieme melding wordt gedaan bij het NCvB. Dit is overigens niet verplicht. Werknemer kan, bij het vermoeden van een beroepsziekte, desgewenst zelf een claim indienen. De bedrijfsarts heeft daar geen rol in.
In verslagen zoals jaarrapportages kan wel worden aangegeven dat er x aantal keer een melding is gedaan (beleidsmatig niveau). Mits deze informatie niet herleidbaar is tot een individueel persoon.
Probleemanalyse & beroepsziekte
In de probleemanalyse mag (het vermoeden van) een beroepsziekte niet worden aangegeven, alleen de werkgerelateerdheid mag worden vermeld. Om die reden vindt de NVAB dat bedrijfsartsen het wel/niet hebben van een beroepsziekte niet (zonder expliciete toestemming) moeten invullen/ aankruisen op het probleemanalyse-formulier van het UWV.
Lees meer
- Leidraad bedrijfsarts en privacy (NVAB, OVAL, 2019)
- Melden beroepsziekten (website NCvB)
- Standpunt aanpak beroepsziekten (NVAB, 2022)
09 oktober 2023
Deze vraag deed zich voor bij een werknemer die als chauffeur werkzaam was.
Een werknemer is niet verplicht de bedrijfsarts te bezoeken louter vanwege het feit dat een werkgever vermoedt dat er veiligheidsrisico’s in het geding zijn. De werkgever kan zijn niet wegens ziekte verzuimende werknemer ook niet naar een bedrijfsarts ‘sturen’.
De werkgever zou aangeraden moeten worden betreffende werknemer mee te delen dat hij disfunctioneert als chauffeur. De werkgever kan daarvoor die maatregelen treffen die iedere werkgever in vergelijkbare omstandigheden mag treffen (bijvoorbeeld de werknemer van de auto afhalen). Tegelijk kan de werkgever het vermoeden uitspreken dat het disfunctioneren mogelijk het gevolg is van ziekte of gebrek en dat hij de werknemer in de gelegenheid stelt om daar onderzoek naar te laten verrichten. Bij het gesprek over het disfunctioneren bespreekt werkgever eveneens de eigen verantwoordelijkheid van de chauffeur conform art. 5 WVW. Bij medische problemen kan de werknemer ook het CBR om advies vragen.
De bedrijfsarts kan op grond van verkregen informatie van o.a. de werkgever een ernstig vermoeden hebben van een gezondheidsprobleem dat tot een onveilige situatie kan leiden voor de werknemer zelf of voor derden. In zulke gevallen kan hij besluiten de werknemer op het spreekuur uit te nodigen voor een gesprek. De werknemer hoeft niet tegemoet te komen aan zo’n verzoek, maar zal dat meestal wel doen. Alleen met instemming van de werknemer kan vervolgens nader onderzoek plaatsvinden.
In zeer uitzonderlijke gevallen kan de bedrijfsarts de werknemer melden dat hij de werkgever moet adviseren inzake deze vermoede risico’s. Bijvoorbeeld wanneer de bedrijfsarts sterke aanwijzingen heeft dat betreffende werknemer inderdaad een gevaar voor zichzelf of voor anderen is, en de werknemer niet wil meewerken aan nader onderzoek, De bedrijfsarts dient in een dergelijke – zeer uitzonderlijke - situatie te verkeren in een zogenaamd ‘conflict van plichten’ die de doorbreking van het beroepsgeheim kan rechtvaardigen. Als uitgangspunt voor de doorbreking van het beroepsgeheim kunnen de volgende zes cumulatieve criteria worden gebruikt (ontleend aan Leenen)[1]:
- alles is in het werk gesteld om de toestemming van de patiënt te verkrijgen;
- de arts moet in gewetensnood verkeren door het handhaven van de zwijgplicht;
- er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen;
- het niet-doorbreken van het geheim levert naar grote waarschijnlijkheid voor een ander ernstige schade op;
- het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking die schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt;
- het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.
Dit zal de bedrijfsarts goed gemotiveerd in het dossier van de werknemer moeten vastleggen. In veel gevallen zal de werknemer in deze situatie wel akkoord gaan met een verzoek van de bedrijfsarts om eerst met de behandelende sector (huisarts) te overleggen. Een dergelijke tussenstap is zeker te overwegen, in gezamenlijk overleg kan dan worden besloten wat wijsheid is.[2]
In sommige branches kan bij wet of bij CAO een zogenaamde verplichte medische keuring gelden. Dit is ondermeer het geval in het Besluit Personen Vervoer en de CAO’s Ambulancezorg en Beroepsgoederenvervoer. Dergelijke verplichte medische keuringen gedurende een dienstverband zijn periodiek en dienen te gelden voor alle werknemers. Voor meer informatie omtrent verplichte medische keuringen wordt verwezen naar de NVAB-Leidraad Verplichte medische keuringen van werknemers tijdens hun dienstverband.[3]